In Visserijnieuws van 16 oktober jl. stond een wervend artikel over, voornamelijk Filipijnse uitzendkrachten op de kottervloot en uitzendkrachten die uit andere niet-EU-landen komen. In het artikel wordt terecht gewaarschuwd om niet te licht te denken over de beperkingen vanuit de huidige wet- en regelgeving. Vanuit VisNed en de Sectorraad willen we u bewust maken over de knelpunten, de maatschap is namelijk verantwoordelijk voor overtredingen.
Hierbij nogmaals een herhaling van de 'haken en ogen', zodat u als scheepsbeheerder ook weet op welke aspecten u goed moet letten. De scheepsbeheerder, dat is in veel gevallen de maatschap, is verantwoordelijk en aansprakelijk voor nakoming van wet- en regelgeving.
- Uitzendkrachten zijn werknemers;
- Regels over repatriëring (herstel en terugkeer na periode van ziekte) en een garantieloon zoals die gelden in de zeevisserij zijn ook op deze uitzendkrachten van toepassing en dit moet dus geregeld zijn;
- Niet-EU bemanningsleden hebben een tewerkstellingsvergunning nodig om aan boord van een kotter die vanuit een NL-haven vertrekt te mogen werken;
- Er moet wat betreft de beloning voldaan worden aan de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Het is daarom belangrijk dat u bij het aangaan van een overeenkomst vastlegt dat u vooraf en gedurende de overeenkomst inzage krijgt in de uitbetaling aan de opvarende;
- Met een uitzendkracht aan boord, zijn de arbeid- en rusttijdenregels voor werknemers van toepassing op de gehele bemanning. Dit betekent concreet minimaal 10 uur rusten per 24 uur. Deze rust moet in twee delen worden opgesplitst, waarvan de ene periode 6 aaneengesloten uren betreft en de andere periode 4 aaneengesloten uren. Tussen beide rustperiodes mag niet meer dan 14 uur zitten;
- Uitzendkrachten vallen onder het Nederlandse sociale zekerheidstelsel aangevuld door de Vereniging Zee-risico 1967. De verplichting dat dit goed geregeld is ligt niet bij de uitzendkracht, maar bij u als inlener;
- En niet-Europese opvarenden moet aan dezelfde vereisten voldoen als een Europese opvarenden als het aan komt op vaarbevoegdheidsbewijzen en certificaten. Kortom, zij moeten een Nederlands certificaat basisveiligheid voor vissers en Nederlands geldige medische keuring. Het is mogelijk een Nederlandse vaarbevoegdheid als wachtlopend gezel zeevisvaart voor hen aan te vragen.
Wanneer bovenstaande niet in overeenstemming met geldende wet- en regelgeving is geregeld vaart u strikt genomen onderbemand uit. Naast de onwenselijkheid hiervan op zichzelf loopt u ook verzekeringstechnisch risico’s hierdoor. Bovenstaande is een beknopt overzicht van een uitgebreide brief die hierover door de Sectorraad is opgesteld. De originele brief vindt u hier.