Op 3 en 4 oktober vonden de jaarlijkse Noordzeedagen plaats. Op beide dagen namen 175 personen deel aan plenaire lezingen en workshops, gericht op de (veelal ruimtelijke) ontwikkelingen op de Noordzee. Rijkswaterstaat was organiserende partij, VisNed-voorzitter Maarten Drijver nam deel aan een panel over het OFL proces en op de vrijdag werd door VisNed samen met het Ministerie van LNV een workshop georganiseerd over de te ontwikkelen kottervisie.
Tijdens de Noordzeedagen komen partijen samen die gedurende het jaar in meer- en mindere mate intensief contact hebben over beleidsontwikkeling op de Noordzee. Het Noordzeeakkoord hield de gemoederen bezig, en hoewel er niet uitgeweid kon worden over de inhoud was er belangstelling voor de opzet, deelnemende partners en insteek ten aanzien van een langjarige overeenkomst tussen overheid en gebruikers.
Maarten Drijver lichtte de positie van de visserij toe, de sector die direct geraakt wordt door het toenemende ruimtetekort en de uitwerking van het Klimaatakkoord en natuurbeleid. Niet alleen visserij worstelt met de ontwikkelingen op zee. Spelers in olie & gas, maar ook wind op zee, zijn vaak internationaal. Hoe leg je bijvoorbeeld aan een Russische partner uit wat wij hier op de Noordzee afspreken en waarom we daar compromissen over moeten sluiten?
Hoewel er veel begrip voor de positie van de visserij is, wordt er ook gewezen op kansen voor het ontwikkelen van nieuwe vormen van voedselproductie, denk aan het (op)kweken van vis en de ontwikkeling van nieuwe markten. Ambities die vaak ver af staan van de realiteit. VisNed staat open voor ideeën, maar plaatst wel de nodige vraagtekens bij de relevantie voor de ondernemers anno 2019, die nú al in de knel komen.