In juni 2020 is een Noordzeeakkoord gesloten tussen de overheid, NGO's, energiesector en de scheepvaart. Omdat er in de visserijsector minderheidssteun was voor dit akkoord, heeft de visserij besloten geen handtekening te zetten. Aan dit akkoord is een Noordzeeoverleg gekoppeld, waarin de afspraken uit het akkoord worden uitgewerkt. Ook de VisNed PO's zullen geen zetel bekleden in dit overleg, ondanks de eerdere steun (met uitzondering van PO Urk) voor het Noordzeeakkoord.
Vanaf 2019 is gewerkt aan het Noordzeeakkoord, waar VisNed als penvoerder heeft opgetreden namens tien visserijorganisaties, betiteld als visiepartners. Ook de Vissersbond heeft aan dit traject meegeschreven. VisNed zelf is nooit partij geweest aan tafel, los van woordvoering namens de visiepartners..
Het Noordzeeakkoord heeft geleid tot diepe verdeeldheid in de sector, waarna het Ministerie van LNV een verkenner (Dhr. Tjibbe Joustra) op pad heeft gestuurd om uit te zoeken onder welke voorwaarden de sector toch zou kunnen aansluiten bij het Noordzeeoverleg. Het uitgebrachte rapport gaf daartoe helaas geen handvaten.
In afwachting van het advies van Joustra, heeft de visserij geen handtekening gezet onder het akkoord en zich afzijdig gehouden bij het Noordzeeoverleg. Vorige week is besloten dat de VisNed PO's geen stoel zullen bezetten bij het Noordzeeoverleg.
Hiervan heeft VisNed het ministerie van LNV officieel op de hoogte gebracht en dit is schriftelijk bekrachtigd door het ondertekenen van een gezamenlijke brief aan Tweede Kamerleden met de Vissersbond, Visfederatie en Ver. van Visgroothandelaren Urk, door Kees van Beveren, waarnemend voorzitter van VisNed.
Daarmee is in ieder geval gerealiseerd waar de overheid en politiek steeds op aandrongen; kom met één geluid, met een gezamenlijk standpunt. Inmiddels hebben de pelagische reders het ministerie van LNV ook kenbaar gemaakt geen zetel in het Noordzeeoverleg te gaan bekleden.