Kottervisie en relatie met Onderhandelaarsresultaat Noordzee Akkoord

Op 10 februari jl. is het onderhandelaarsresultaat van de gesprekken over een Noordzee Akkoord gepresenteerd. In dit onderhandelingsresultaat zitten voor de visserij nog veel onzekerheden. Deze onzekerheden moeten in de Kottervisie worden weggenomen. 'De Kottervisie' is een combinatie van het advies van Mevrouw Burger uit December 2019 en de bijbehorende op- en aanmerkingen hierop van het Ministerie van LNV. De Kottervisie kan dus niet losgezien worden van het proces rondom het Noordzee Akkoord.

Het Ministerie van LNV heeft in December het advies van Annemie Burger ontvangen, maar moet nog beslissen wat ze hier uit wel of niet willen overnemen. Deze op- en aanmerkingen zijn een soort waardering, of zoals dat officieel heet: een appreciatie.

Duidelijkheid over de keuzes van LNV ten aanzien van het advies van Annemie Burger, zijn nodig om met de leden inhoudelijk in gesprek te gaan over het Onderhandelaarsakkoord wat 10 februari is gepresenteerd. Het Onderhandelaarsakkoord bevat namelijk nog veel losse eindjes en die moeten aan elkaar geknoopt worden in de Kottervisie. Het pakket waarover de sector een beslissing moet nemen bestaat dus uit drie onderdelen: 

  • Het Onderhandelaarsakkoord
  • Het budget wat door het Rijk hieraan gekoppeld is (€200 miljoen, waarvan €119 miljoen voor de visserij)
  • De Kottervisie, waar aanvullend aan het Onderhandelaarsakkoord elementen voor de visserij zijn opgenomen die met behulp van het budget van €119 miljoen gerealiseerd moeten worden de komende jaren 

Kottervisie

De Kottervisie gaat over hoe LNV de toekomst van de visserij ziet, waarin voor het creëren van een toekomstperspectief op een zee vol windmolens twee hoofdlijnen zijn: innovatie en ruimtegedreven verkleining van de vloot. Let wel, dit is gelijk aan het visiedocument wat de sector in 2018 zelf heeft opgesteld.

Gezien het enorme belang van een goede afweging over het totaalpakket, is het voor ons cruciaal dat LNV zo concreet mogelijk opschrijft hoe ze invulling wil gaan geven aan deze opgave, mét oog voor de ontwikkeling om de vloot heen. Denk hierbij aan het pulsverbod, Brexit, de aanlandplicht, maar ook de Europese Greendeal. Ook op de vraag hoe om te gaan met de garnalenvloot en mogelijke verdringingseffecten van wind op zee moet in de Kottervisie antwoord worden gegeven.

Daarnaast moet alvast een voorsprong genomen worden op hoe de saneringsregeling eruit komt te zien, want daar zit haast achter. Hoe zit het met fiscale regelingen en de staatssteun-toets ? En wat innovatie betreft: waar komt dan geld voor en hoe zorgen we dat we dat geld ook goed kunnen benutten? Snelheid is hierbij geboden. De verwachting is dat de appreciatie van de Kottervisie komende week klaar is en dat geeft ons als sector meer duidelijkheid.

Tijdspad proces Noordzee Akkoord

We merken dat er in de media en onderling veel verwarring is over het Onderhandelaarsakkoord wat 10 februari jl. is gepresenteerd. Belangrijk is dat dit géén Noordzee Akkoord is. Het is een onderhandelingsresultaat (compromis) na een jaar lang praten met de diverse partijen, waaronder natuurlijk de visserij maar ook de overheid, windsector, olie & gas industrie, wetenschap en natuurorganisaties. Al deze gesprekspartners moeten nu dit onderhandelingsresultaat voorleggen aan de achterban, dat geldt ook voor de visserijsector.

Intussen hebben de 11 betrokken visserijorganisaties (zogeheten 'visiepartners') veel overleg over hoe we de ledenraadpleging vormgeven. We willen een zo volledig mogelijk pakket aan informatie aan de leden meegeven en uiteraard hebben de visserijorganisaties zelf ook de handen vol aan vragen van bezorgde leden. Wij proberen overal zo goed mogelijk antwoord op te geven. Bij vragen roepen we iedereen op contact op te nemen met hun eigen organisatie (PO of Vereniging) of met VisNed als overkoepelend orgaan.

Het tijdspad is als volgt:

  • Week 24 - 28 februari: De appreciatie van de Kottervisie wordt afgerond en ledenraadpleging wordt vormgegeven, benodigde informatie is dan compleet. Denk hierbij ook aan kaarten van te sluiten gebieden en een update van de Q&A die via de visserijorganisaties te verkrijgen is;
  • Week 2 - 6 maart: Er vindt nog een Noordzeeoverleg plaats, waarin partijen de stand van zaken toelichten. Start formeel consultatieproces voor de visserijorganisaties;
  • Maand Maart: Ledenconsultatie achterbannen visserijorganisaties;
  • 31 maart: Einde ledenconsultatie, definitief oordeel of er wel of niet een Noordzeeakkoord wordt gesloten op basis van Onderhandelingsresultaat.

Emotie versus inhoudelijk gesprek

Uiteraard geeft het gepresenteerde Onderhandelaarsakkoord veel aanleiding tot emoties, zowel positief als negatief. Onze bestuurders krijgen oproepen van leden om vooral te zorgen dat er een Noordzeeakkoord komt, maar ook veel oproepen van leden die boos zijn, teleurgesteld en ondernemers die absoluut niet willen dat er getekend wordt. Dat alles is begrijpelijk en we willen benadrukken dat er in het Onderhandelaarsakkoord pijnpunten zitten waar moeilijk overheen te stappen is, zoals de voorgestelde sluiting van het Friese Front. 

We zien echter op verschillende platforms uitspraken, filmpjes en teksten voorbij komen, waarin bewindspersonen en/of bestuurders persoonlijk worden aangevallen. Wij nemen hier als VisNed nadrukkelijk afstand van en keuren dit gedrag en deze uitingen af. Met of zonder een uiteindelijk akkoord zullen we als sector door moeten en deze wijze van uiten is ondermijnend aan het draagvlak voor de visserij én voor het inhoudelijke gesprek dat gevoerd zal moeten worden. 

Wat we echter ook constateren is dat de discussie in de media platgeslagen wordt tot een discussie over 'saneren of niet'. Het onderhandelaarsresultaat gaat echter niet alleen over het wel of niet saneren of over het wel of niet inleveren van gebied. Ook als er geen Noordzee Akkoord gesloten wordt, staat de sector voor grote vraagstukken aangaande ruimteverlies, internationale druk om tot 30% gebiedssluiting te komen en onderlinge concurrentie en een andere spreiding van de visserij vanwege de afnemende ruimte.

De vraag is dus hoe we als sector de afnemende ruimte en druk vanuit beleid en natuurorganisaties het hoofd kunnen bieden en daar moeten we keuzes in maken. De discussie die gevoerd moet worden, moet dus gevoerd worden op basis van feiten voor zover bekend en vooruitzichten voor zover we die kunnen inschatten. Alleen dan kunnen we als sector komen tot een (zo goed mogelijk) afgewogen besluit over de toekomst van de visserij en hoe we die vormgeven.