Het bestuur van VisNed heeft onlangs besloten om tegen de negatieve uitspraken van de rechtbank Rotterdam in hoger beroep te gaan bij de Raad van State. Vorige week zijn in deze zaken de nadere gronden ingediend.
Na behandeling in februari jl. bij de rechtbank Rotterdam en aanhouding tot na het vonnis van het Europese Hof waarbij de lidstaat Nederland nul op het rekest kreeg op het verzoek het pulsverbod ongeldig te verklaren, heeft de rechtbank Rotterdam op 3 september jl. de ingestelde beroepen tegen intrekking van de pulsontheffingen ongegrond verklaard.
Na bestudering van de vonnissen voor de groepen 1 en 2 en 3 is in overleg met de juristen van Wybenga Advocaten Rotterdam besloten om hierin niet te berusten. Hoewel de vonnissen uitgebreid gemotiveerd zijn, is hierop nog wel het een en ander af te dingen.
Daarnaast kan het dan wel zo zijn dat de lidstaat Nederland gehouden is om EU-regelgeving onverkort uit te voeren maar dat betekent niet dat er dan geen sprake zou kunnen zijn van schade voor de betrokken ondernemers waarvoor de overheid verantwoordelijk gehouden kan worden.
In aanvullend hoger beroepschriften wordt uitgebreid ingegaan op de juridische aspecten, maar ook wat de gevolgen zijn voor de ondernemingen van het afwijzen van het beroep tegen intrekking van de pulsontheffingen.
Onze advocaten hebben in deze zaken ook contact met de advocaat van de NVB over de pulszaken van de NVB. Daarover loopt ook hoger beroep. Gekeken zal worden of het praktisch de voorkeur verdient dat de verschillende zaken door hetzelfde rechtscollege worden behandeld waarbij de zittingen achter elkaar gepland worden.
Na 1 januari as., wanneer de ontvlechting van VisNed een feit is, zal het secretariaat van VisNed de coördinatie van deze procedures blijven invullen.