Britten spelen met vuur en de belangen van een hele sector

Brexit speelt zich af tegen de achtergrond van politieke chaos in het Verenigd Koninkrijk, zoals de afgelopen week duidelijk werd. Interessant als onderwerp voor een documentaire of TV-serie, maar niet nu het om onze belangen gaat. Wij kijken ernaar met grote (angstige) ogen. Van verwondering, verwarring en verbazing. Vorige week presenteerde de Britse minister Gove zijn lang verwachte ‘witboek’ over visserij na Brexit en gisteren (donderdag) volgde het grote allesomvattende witboek van Premier May.

 

De inhoud laat zich als volgt kernachtig samenvatten: het bestaande Europese visserijbeleid, maar dan met een hoger quotum voor de Britten en zonder bemoeienis van Europa.

Vanuit de Britse visserij is daar heel verschillend op gereageerd. Er is bijvoorbeeld een enorme onderlinge verdeeldheid tussen Engeland en Schotland (en Wales en Noord Ierland). Het plan laat de aanlandplicht voorlopig intact, pleit voor verdere ”vergroening” van het beleid en stelt op sommige punten een belasting voor quotum in.

Het quotum is in de toekomst in het Verenigd Koninkrijk niet langer ”gratis”, er moet aan de regering voor betaald gaan worden. Voor het onderlinge quotumprobleem tussen bijvoorbeeld PO’s en free-riders worden in het white paper geen echte oplossingen aangedragen. En dan zijn er nog de NGO’s. Ook die zijn niet tevreden, want de vergroening gaat voor hen niet ver genoeg. Kortom: in het Verenigd Koninkrijk is eensgezindheid ver te zoeken.

Lijnrecht tegenover insteek Europese sector

De Britse insteek staat haaks op dat wat de Europese Visserij, verenigd in de EUFA, nastreeft: vrije toegang; langjarige afspraken op basis van bestaande verhoudingen; gelijke technische maatregelen en onlosmakelijke verbondenheid van de Handels- en Visserijdossiers.

De Britten willen het op al die punten 180 graden anders en dat baart EUFA grote zorgen. Daarom zet zij de gezamenlijke lobby in Brussel en de EU 27 lidstaten onverminderd voort. De belangen zijn groot voor al die vissers en hun families en hun visserijgemeenschappen in Europa. EUFA wil voorkomen dat over hun rug politiek bedreven wordt, door visserij in te zetten als 'wisselgeld' in onderhandelingen. Dat dreigt nu te gebeuren en VisNed doet er alles aan om dat te voorkomen. Daarom wordt het Brexit-dossier vanuit het VisNed-team ook zo nauwgezet gevolgd..  

Brexit verandert de verhoudingen nu al
Samen met Gerard van Balsoort waren Geert Meun en Pim Visser deze week bij de Innovatie-conferentie in Schotland waar Brexit ook op de agenda stond. Daar constateerden we grote verwarring.

Aan de binnenkant was men al drukdoende om het extra quotum dat binnen zou komen te verdelen. Tegelijkertijd realiseerde men zich dat alle problemen die men het Brusselse beleid had verweten, zoals de aanlandplicht, er nog steeds zijn. De Britten lijken zich ook niet te realiseren dat er nog onderhandeld moet worden en dat de EU een heel helder mandaat heeft gegeven over visserij dat helemaal niet overeenkomt met de ideeën in Schotland. Typisch gevalletje van “de huid verkopen voor de beer geschoten is”.

Hoge verwachtingen in Schotland
We signaleerden een zorgelijke ontwikkeling: de verwachtingen zijn - in onze ogen - onrealistisch hoog gespannen. In gedachten hebben onze Britse collega’s al afscheid van ons - de EU-vissers - genomen. Men focust zich volledig op Noorwegen en de Faeröer. Maar wij van de EU (27 landen) zijn er nog en gaan niet weg. Na Brexit zwemt de vis gewoon nog in de Noordzee en gaat de visserij daar door. De Britten krijgen straks onvermijdelijk een gigantisch koude douche als de realiteit tot hen doordringt. Dat zal alleen maar tot enorme teleurstellingen gaan leiden. En ook dat is zorgelijk.