De Brexit-deal is tot stand gekomen door op het laatste moment het quotum van Europese vissers alsnog weg te geven. De deal kent tot nu toe enkel verliezers, ook aan Britse zijde. Het weggeven van quotum betekent wel een directe impact in bedrijfsvoering van Nederlandse bedrijven, en ondernemers hebben recht op ondersteuning bij de aanpassing hier aan. Het voorstel van de EU is een stap in de goede richting, maar is verre van toereikend.
Het voorgestelde budget voor aanpassing heeft de naam: 'Brexit Adjustment Reserve' (BAR). De BAR kent echter een wettelijke basis, die te weinig mogelijkheden biedt om getroffen vissers daadwerkelijk te steunen bij hun aanpassing aan de nieuwe situatie. De transitie van het 'Brexit quotum' van de EU naar het VK is vespreid over een periode van vijf jaar. Dat moet ook de looptijd van de BAR zijn.
De nu voorgestelde periode van twee jaar is veel te kort. Daarbij is het van belang dat geld snel en met een minimum aan administratieve rompslomp beschikbaar komt voor getroffen ondernemers. In dit geval is staatssteun een obstakel, tenzij er een staatssteunregime wordt toegepast zoals het geval was bij de COVID-19 maatregelen.
Deze staatssteunregeling was toepasbaar en maakt een praktische uitvoering mogelijk. En het faciliteren van de aanpassing aan Brexit is nodig, de huidige deal leidt tot een grote verschuiving in het visserijlandschap.
Honderden vissers in Nederland zijn ernstig gedupeerd en moeten gesteund worden op een manier die bij hun individuele situatie past. Zij moeten de mogelijkheid krijgen om hun verlies aan vangstmogelijkheden te compenseren, dit moet de focus van de BAR gelden zijn. LNV bepleit dit bij de Europese Commissie.
VisNed roept zowel Haagse als bij Brusselse politici op om al hun invloed aan te wenden om dit werkbaar te maken. Vissers hebben niks aan een doekje voor het bloeden.