Voorstellen aanpassing beheer Noorse kreeft

De visserij op Noorse kreeft krijgt binnen onze kottervloot een steeds groter belang. Daarnaast wordt een aantal zaken geconstateerd waardoor een gezond beheer van de bestanden op de visgronden waar Nederlandse kotters doorgaans actief zijn in het gedrang komt. Daarom overleggen de PO’s over de aanpassing van de beheersmaatregelen. Daarbij is het van belang dat ook vlagkotters hier een bijdrage aan leveren.

In Nederland wordt het quotum van Noorse kreeft nationaal beheerd met daaraan gekoppeld PO-maatregelen. Mede omdat er een structureel tekort is aan quotum, hebben de PO’s verplicht gesteld dat er maximaal 35 stuks in een kilogram mogen en de maximale hoeveelheid kreeftenstaartjes 10 % van de aanvoer Noorse kreeft mag zijn. Het Nederlandse quotum voor Noorse kreeft bedraagt 600 ton, wij vangen doorgaans meer dan het dubbele. Voor voldoende quotum zijn we in hoge mate afhankelijk van internationale ruilen, met name vanuit het Verenigd Koninkrijk, de grootaandeelhouder in de TAC van Noorse kreeft.

Visserijdruk, beheer en markt

Er zijn op de Noordzee een zestal gebieden die aangemerkt kunnen worden als hotsspots voor het vissen op Noorse kreeft. Er is een bepaalde ruimtelijke spreiding van de internationale vloten over deze gebieden. Nederlandse vaartuigen en Nederlandse vlagkotters vissen hoofdzakelijk in de 2 gebieden Botney Gat - Silver pit en Off Horn’s Reef.

We zien een verdere toename van het aantal vaartuigen op Noorse kreeft, onder andere vanuit de garnalenvisserij en platvisvisserij. Hoewel niet ten laste van het Nederlandse quotum, neemt ook het aantal vlagschepen op Noorse kreeft met aanvoer in Nederland toe. De afzet in Nederland vindt hoofdzakelijk plaats door middel van afspraken tussen aanvoerder en afnemer met rechtstreekse levering. Hierdoor is toezicht op de PO-maatregelen niet eenvoudig en er zijn signalen dat niet alle aanvoerders de maatregelen stipt opvolgen. 

Tenslotte zijn er ontwikkelingen zoals ook continue vissen op Noorse kreeft bestekken en dankzij het vanuit het VK (vooruitlopend op aanstaande Brexit?) op grootscheepse wijze bevoorraden van de Europese markt is er sprake van over-aanvoer en geven afnemers in Nederland aan geen (te kleine) Noorse kreeft meer te accepteren.

Concluderend

Er is sprake van te veel visserijdruk op Noorse kreeft (indicatie van overbevissing is dat de kreeftjes steeds kleiner worden), de stukstallen zijn te groot, er wordt steeds meer rechtstreeks aan de handel geleverd zonder tussenkomst van de afslagen en de handel heeft aangekondigd niet meer te kunnen afnemen, of in ieder geval minder af te zullen nemen. De betrokken Nederlandse PO’s hebben onlangs een overleg gehad om het beheer te verbeteren en de aanvoer te herstructureren. 

De volgende voorstellen zijn vanuit het overleg naar voren gebracht:

  1. Rechtstreekse levering aan de handel verbieden, verplichting om kreeften over de afslag te lossen. Ten behoeve van snelle verwerking buiten “afslag-uren om” moeten er goede afspraken met visafslagen worden gemaakt.
  2. Visserijdruk beperken, nadenken over een regeling van bijvoorbeeld 9-10 dagen in de twee weken vissen. Deze regeling dan wel flexibel maken.
  3. Grid of Sepnep verplicht stellen als selectiviteitsmaatregel.
  4. Heffing instellen en handhaven op te kleine kreeft en staarten.

Indien in CVO verband (binnen Nederland) wordt besloten om te komen tot maatregelen is het absolute noodzaak dat de vlagkotters ook meedoen met deze maatregelen.

Binnenkort wordt een overleg gepland met de aanvoerders om bovengenoemde en eventuele andere voorstellen te bespreken waarbij ook vertegenwoordigers van vlagkotters worden uitgenodigd.