Tijdens de bijeenkomst van de Noordwestelijke wateren Adviesraad twee weken geleden kwam zo'n beetje alles aan de orde. Het overleg, zowel politiek, beleidsmatig en technisch zal de komende maanden doorgaan, waarbij het voorzitterschap van de NWWAC het komende halfjaar bij Nederland ligt. Hieronder een overzicht van waar de discussie nu staat.
Twee weken geleden kwamen de leden van de Noorwestelijke wateren Adviesraad bijeen in het Belgische Gent. Volle agenda’s van het Uitvoerend Comité en de verschillende werkgroepen zorgden voor 2 intensieve dagen.
Naast de implementatie van de aanlandplicht worden door Brussel van de NWWAC adviezen gevraagd over het nieuwe beheerplan, de Technische maatregelen en het Policy statement 2019 over de vangstmogelijkheden volgend jaar. Kortom een drukke agenda in de 2e helft van 2018 waarbij Nederland het voorzitterschap van de groep van lidstaten in deze regio vanaf 1 juli van Ierland heeft overgenomen. Geert Meun vertegenwoordigde de Nederlandse kottervissers.
In het Uitvoerend Comité onder voorzitterschap van Emiel Brouckaert, directeur van de Belgische Rederscentrale werd eerst van gedachten gewisseld over het document waarin de Europese Commissie haar visie neerlegt hoe in 2019 de TAC’s moeten worden vastgesteld. Het Europese beleid heeft als doel om de visserijdruk zo te reguleren dat de maximaal duurzame oogst (MSY, ‘Maximum Sustainable Yield’) wordt behaald.
Aangegeven werd dat in de Noordzee en de Noordwestelijke wateren de positieve ontwikkeling van de visbestanden doorzet, inmiddels worden 53 belangrijke bestanden beheerd volgens Fmsy. De omvang van de paaibestanden van deze stocks liggen maar liefst 40 % hoger dan in 2003. In de Noordwestelijke wateren zijn er ook diverse bestanden die weinig herstel of juist een neerwaartse trend vertonen.
Beheerplan
Net als in de Baltische zee en Noordzee wordt ook voor de westelijke wateren gewerkt aan een meerjarig beheerplan. Eind maart heeft de Europese Commissie haar voorstel hiervoor gepresenteerd. Het plan omvat maar liefst 37 demersale bestanden (Noordzee bijvoorbeeld 7) dat alle individuele plannen voor veel soorten moet gaan vervangen.
Opvallend is dat er bij de Fmsy-ranges geen getallen worden genoemd. Het ziet er naar uit dat de Raad van ministers in de julivergadering haar standpunt bepaald waarna het wachten is op de mening van het Europees parlement. Het is de verwachting dat de Trilogen in de 2e helft van 2018 zullen plaats vinden.
ICES-adviezen
In de verschillende werkgroepen werd door een vertegenwoordiger van ICES inzicht gegeven in de ontwikkeling van de visbestanden resulterend in TAC-adviezen voor 2019. Van diverse bestanden werd de toestand fors naar beneden bijgesteld wat leidde tot voorstellen van grote reducties en zelfs nul-adviezen.
Met de implementatie van de aanlandplicht in aantocht zorgen de ICES-adviezen voor veel kopzorgen, immers het is onmogelijk dat complete visserijen gesloten zouden moeten worden omdat er van één of meerdere (bijvangst)soorten geen of onvoldoende quota beschikbaar zijn. Naast het nul-advies voor kabeljauw ten westen van Schotland dat al een aantal jaren geldt, is daar nu ook kabeljauw in de Keltische zee bijgekomen. Ook het advies voor tong in het Oostelijk Engels kanaal, dat de afgelopen 2 jaar als heel positief werd gekwalificeerd, laat nu een aanzienlijke bijstelling naar beneden zien.
Binnen de NWWAC is eerder dit jaar de zogenaamde Choke Mitigation Tool opgesteld waarbij inzicht gegeven werd van welke vissoorten de vloten van de verschillende lidstaten een tekort hebben om de normale visserijactiviteiten te kunnen uitvoeren. Deze lijst wordt op deze manier wel groter. En daarmee dus de invoering van de aanlandplicht nog moeilijker, zo niet onmogelijk. Een hele uitdaging voor het Nederlandse voorzitterschap om hier met de lidstaten en de stakeholders oplossingen voor de vinden.
Technische Maatregelen
Op de tweede dag was tijd ingeruimd om met de vertegenwoordiger van de Europese Commissie te overleggen over de stand van zaken rond de Technische Maatregelen. Inmiddels is duidelijk geworden dat de deadline van 1 juli niet gehaald is; Er is dus nog geen overeenstemming in de triloog tussen Commissie, Raad en Parlement. Aanvankelijk leek het dan op een patstelling omdat de nieuwe voorzitter van de EU voor de 2e helft van 2018, namelijk Oostenrijk, de behandeling van dit dossier niet ter hand wilde nemen. Maar kennelijk is Oostenrijk door anderen overtuigd om aan dit proces toch leiding te geven.
VisNed stelt vast dat van de oorspronkelijke bedoelingen van de vereenvoudiging van de technische regels voor het gebruiken van vistuigen etc. inmiddels weinig over blijft. Wij willen af van het micro-beheer waarbij aangegeven wordt wat een visserman tot in het kleinste detail moet doen. VisNed staat voor een flexibel systeem dat ook beantwoordt aan de nieuwe regelgeving rond discards.
De Commissie-vertegenwoordiger gaf aan dat er inmiddels 3 politieke en 4 technische trilogen geweest zijn maar dat de belangrijkste vraagstukken en verschillen van inzicht nog steeds op tafel liggen. Daarbij gaat het dan over de vangstsamenstellingen, de regionalisering en de puls, waarbij gemeld werd dat puls in de trioloog nog steeds niet inhoudelijk besproken is.
Het gesprek tussen de 3 partijen zit op dit moment min of meer vast, vandaar heeft de rapporteur van het Europees parlement, Gabriel Mato, inmiddels aan de Adviesraden om een opinie en advies heeft gevraagd hoe nu verder. Zie voor verdere ontwikkelingen in dit dossier ook het artikel over NSAC en NWWAC-advies Technische Maatregelen elders in deze nieuwsbrief.
In feite wil de Commissie naar een algemene maaswijdte van 120 mm waarop nog maar 2 uitzonderingen gelden: de visserij op Noorse kreeft en op tong. Met daarbij dan de bepaling dat je niet meer dan 10 % van kabeljauw, schelvis, heek en koolvis mag hebben. Heb je dat op enig moment toch, dan MOET je overschakelen naar 120 mm. Discarden is immers niet meer toegestaan.
Selectivity Perfomance Indicator nu invoeren is een slecht idee
Om de discussie over vangstsamenstellingen en vermijden discards vlot te trekken heeft de Commissie een nieuw idee gelanceerd; sturen op de Selectivity Performance Indicator (SPI). Dit komt er op neer dat alleen voor een doelsoort een ideale maat wordt vastgesteld en als je daaronder zit moet er extra beschermd worden. Bij 80 mm platvisvisserij is tong de doelsoort en wordt daar naar gekeken.
VisNed vindt dat er in zo’n belangrijk dossiers als deze Technische Maatregelen niet geëxperimenteerd moet worden met nieuwe ideeën waarvan niet aangetoond is of iets dergelijks wel werkt. Als dit in de Verordening vastgelegd wordt en het blijkt niet te werken is, gezien het besluitvormingsproces, een wijziging doorvoeren ontzettend moeilijk en dan kunnen we de vloot zeker niet aandoen. VisNed wil naar minder onwerkbare regels. Niet nog meer erbij. Daar zullen we op in blijven zetten.
Puls
Aan de andere kant moeten er wel nieuwe Technische Maatregelen komen willen wij in het pulsdossier stappen kunnen zetten. Geen nieuwe Verordening betekent dat we terug vallen naar een verbod met daarop een ontheffing van 5 % van de vloot voor onderzoek. Dat is voor VisNed in ieder geval een onbegaanbare weg.