Zoals eerder aangekondigd wordt gewerkt aan een nieuwe opzet voor Maritieme MBO-opleidingen. Hieronder een stand van zaken.
Om te kunnen voldoen aan de gestelde eisen van het STCW-F verdrag worden momenteel de mogelijkheden voor een nieuw beroepencompetentieprofiel voor maritieme professionals verkend. Uitgangspunt hierbij is dat de sectorspecifieke elementen overeind blijven in de vorm van een specialisatie koopvaardij, waterbouw of visserij. Kortom, een semi-geïntegreerde opleidingsstructuur waarbij er een grotere flexibiliteit aangaande certificering voor de verschillende sectoren wordt beoogd.
Op 29 september 2012 is het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor de bemanning van vissersvaartuigen inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (Hierna STCW-F verdrag) in werking getreden. Dit is een internationaal verdrag van maritieme organisaties waarin certificering en minimumopleidingseisen voor bemanningen van zeeschepen met een lengte van 24 meter en meer is vastgelegd. Om aan deze eisen te voldoen wordt er momenteel gewerkt aan een beroepencompetentieprofiel voor maritieme professionals. De sector en het onderwijs trekken in deze gezamenlijk op om door middel van goed onderwijs vakbekwaam personeel te kunnen afleveren aan de sector dat voldoet aan de nieuwste eisen.
Sociale partners in de koopvaardij, visserij en waterbouw doen onderzoek naar de mogelijkheid om in het mbo-onderwijs te komen tot een breed maritiem beroepscompetentieprofiel waarin de beroepspraktijk van een ‘vakvolwassen’ maritieme beroepsbeoefenaar wordt beschreven in nautische (stuurman) en maritiem technische (scheepswerktuigkundige) beroepen in zeegaande sectoren. Dit onderzoek is ingegeven door het feit dat de aantallen maritieme studenten in de diverse maritieme opleidingen klein zijn en werkgevers specifieke opleidingswensen hebben waaraan het onderwijs moeilijk kan voldoen.
De opleiding is een van de zwaarste mbo-opleidingen in Nederland door de enorme hoeveelheid lesstof. Daarnaast is er een wens vanuit de sectoren om doorstroom van de ene naar de andere sector te bevorderen, de kwaliteit van de beroepsopleiding op een zo hoog mogelijk niveau te borgen en in het kader van macro-doelmatigheid te komen tot een clustering van een aantal kwalificatiedossiers en/of opleidingen.
In de werkgroep, die een verkenning heeft uitgevoerd naar de mogelijkheden, zijn zoveel mogelijk partijen betrokken die studenten afnemen uit het mbo-onderwijs, zo ook de kottervisserij. Vanuit een brede discussie waarin gekeken is naar een volledige doorstroom van vmbo - mbo - hbo, heeft de werkgroep zich nu allereerst gericht op het mbo 3 en mbo 4 niveau. Uit een viertal scenario’s is een richting bepaald die verder uitgewerkt zal worden. Het betreft een scenario waarbij studenten semi-geïntegreerd worden opgeleid en in het eerste en tweede jaar inclusief de 1e stage breed nautisch/technisch worden opgeleid volgens de STCW en STCW-F eisen. Daarna maken zij een keuze voor nautisch (stuurman) of technisch (machinist) waarin zij naast het managementlevel uit het STCW(-F) een profiel kiezen uit koopvaardij, waterbouw of visserij. Studenten die op deze manier hun opleiding afronden zijn op mbo 3 niveau SWK-3 N of T en op mbo 4 niveau Marof N of T en breed inzetbaar op de brug of in de machinekamer.
Verdere proces
Samen met het onderwijs zal nu gewerkt worden aan de uitwerking van dit scenario in een concept Beroepscompetentieprofiel Maritiem Professional dat door alle sectoren aan hun achterban / leden kan worden gepresenteerd. Naar verwachting zal dit beroepscompetentieprofiel in het voorjaar 2019 gereed zijn. Over de consequenties voor o.a. vaarbevoegdheidsbewijzen wordt overleg gevoerd met de overheid.