In afwachting van de late totstandkoming van het Brexit-handelsakkoord tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) werden per 1 januari voorlopige quota uitgedeeld. Onderhandelingen over het vaststellen van de definitieve vangstquota 2021 lopen nog steeds en worden nu via verschillende digitale tafels gevoerd.
Zoals eerder aangegeven zijn na de Brexit op visserijgebied niet alleen de verhoudingen gewijzigd maar is het besluitvormingsproces ook ingewikkelder geworden. Op de Noordzee is geen sprake meer van EU-Noorwegen-onderhandelingen maar zijn er drie partijen: EU-VK-NO.
De belangrijkste bestanden die door deze drie partijen gezamenlijk beheerd worden zijn op de Noordzee kabeljauw, schol, koolvis, schelvis, wijting en haring. De gesprekken lopen al vanaf dinsdag 12 januari maar er is nog steeds geen akkoord. Er is met name discussie over kabeljauw en haring.
Wel schijnt er overeenstemming te zijn over dezelfde sluitingen als vorig jaar. Dit betekent op voorstel van de EU en het VK gesloten gebieden in het noordelijke deel van de Noordzee en het Skagerrak in het begin van het jaar en vanaf 1 juli drie belangrijke gebieden in de Noorse zone ingesteld door Noorwegen.
EU - VK
Aanvankelijk was het voornemen om de bilaterale consultaties EU – VK en EU – Noorwegen op te starten nadat de onderhandelingen tussen de drie partijen (trilateraal) waren afgerond. Hoewel de trilaterale gesprekken nog niet met een akkoord afgesloten zijn, zijn afgelopen dinsdag 2 februari officieel de EU – VK-onderhandelingen van start gegaan.
Tijdens de eerste plenaire sessie gaven hoofd DG Mare Charlina Vitcheva en EU-onderhandelaar Joost Paardekooper en zijn Britse collega Mike Row verklaringen over het belang van deze onderhandelingen met als doel een akkoord te bereiken voor een duurzaam beheer van de bestanden.
Dat hierbij nauwe samenwerking in een nieuwe relatie en context van groot belang is waren de verklaringen die over en weer uitgesproken werden.
Met het VK moeten de TAC’s vastgesteld worden waar Noorwegen geen rechten voor heeft: tong, tarbot/griet, Noorse kreeft, rog en nog een reeks bestanden. Ook voor alle gezamenlijke bestanden in de westelijke wateren, en dat zijn er vele tientallen, moeten afspraken gemaakt worden over gezamenlijk beheer. Het wordt dus een uitgebreid akkoord.
Daarnaast zijn er in de Brexitdeal ook voorwaarden vastgelegd voor het beheer van de zogenoemde non-TAC-bestanden. Doelstelling is dat de capaciteit van de vloten die hierop vissen aan banden gelegd wordt.
In deze onderhandelingen zullen werkafspraken moeten komen hoe dit proces verder ingevuld gaat worden. Ook de flexibiliteit voor het meenemen van quota naar het volgende jaar en het ruilmechanisme tussen de partijen zijn onderdeel van de te maken afspraken.
EU - Noorwegen
Het bilaterale overleg tussen de EU en Noorwegen is gericht op het vaststellen van TAC’s waarover het VK geen zeggenschap heeft, bijvoorbeeld visbestanden in het Skagerrak. Ook de jaarlijkse transfer van vangstrechten tussen de EU en Noorwegen, de zogenaamde Balance, wordt besproken.
Op dit moment zijn deze gesprekken van de kant van Noorwegen opgeschort, omdat deze partij van mening is dat eerst unilateraal overeenstemming moet komen over de omvang en het beheer van de kabeljauw-TAC bij Spitsbergen aangezien er altijd een flink stuk van deze TAC meegaat in de transfer tussen de EU en Noorwegen.
Het is op dit moment niet duidelijk hoe de onderhandelingen in EU – Noorwegen en EU – Noorwegen – VK-verbanden verder gaan.
Toegang wateren
Toegang tot Britse wateren voor EU-vissers en andersom was al in de Brexitdeal geregeld. Ook aangaande de toegang tot elkaars 12-mijlszone, waarbij historisch recht aangetoond moet worden uit de periode 2012 – 2016, worden stappen gezet. Deze toegang geldt overigens niet voor NL-vaartuigen maar alleen voor de Belgische en Franse vloot.
Nog steeds geldt dat toegang voor EU-vissers tot de Noorse zone in afwachting van een overeenkomst met Noorwegen niet is toegestaan.
Leden die van plan zijn dit jaar in de Noorse zone te gaan vissen, worden verzocht dit kenbaar te maken aan het secretariaat van de PO of VisNed zodat tijdig een vismachtiging Noorse Zone kan worden aangevraagd.