C188 Verdrag: een overzicht

Op 15 november 2020 treedt het het C188 verdrag (Work in Fishing Convention) in werking, we zitten nu in een overgangsperiode van een jaar waarin de nationale wetgeving in lijn wordt gebracht met de bepalingen van het verdrag. Dit betekent dat er nieuwe regels komen op het gebied van bijvoorbeeld arbeid- en rusttijden, accomodatieruimten op vissersschepen en havenstaatcontrole om rekening mee te houden.

Het verdrag is sinds 2017 al van kracht in een aantal landen, waaronder: Estland, Frankrijk, Litouwen, Marokko en Noorwegen. In het Verenigd Koninkrijk geldt het C188 verdrag vanaf 1 januari 2020. Nederland heeft het verdrag op 15 november j.l. geratificeerd en dat zal ingaan op 15 november 2020. Desondanks kunnen Nederlandse vissers nu al gecontroleerd worden hierop wanneer zij een buitenlandse haven aan doen. Deze zogenaamde ‘havenstaatcontroles’ (Engels: Port State Control) dwingen Nederlandse vissers dus om nu al aan het verdrag te voldoen.

Certificering
Het C188 verdrag is van toepassing op alle vissers en zeevissersvaartuigen die betrokken zijn bij commerciële visserijactiviteiten. Per 15 november 2020 zijn de volgende twee categorieën van zeevissersvaartuigen certificaatplichtig:

  1. Zeevissersvaartuigen die langer dan drie dagen aaneen op zee blijven én die (a) een lengte (L) van 24 meter of meer hebben.
  2. Zeevissersvaartuigen die langer dan drie dagen aaneen op zee blijven én (b) normaliter varen op een afstand van meer dan 200 zeemijlen tot de Nederlandse kustlijn bij laag water.

Alle zeevissersvaartuigen, dus met en zonder certificaat, kunnen in een buitenlandse en/of Nederlandse haven worden geïnspecteerd. Als tijdens de inspectie blijkt dat het zeevissersvaartuig niet aan de eisen van C-188 voldoet, kan het schip worden aangehouden. Zeevissersvaartuigen die niet certificaatplichtig zijn moeten ook aan de regels van C-188 voldoen. Ook zij kunnen worden geïnspecteerd door een handhavingsinspecteur van de ILT of door inspecteurs in het buitenland.

Certificaat aanvragen
Voor het aanvragen van een certificaat kunt u het aanvraagformulier Ontheffingen, vrijstellingen en aanvullende certificaten invullen en e-mailen naar visserij@ilent.nl. Na ontvangst van uw aanvraag wordt u gebeld om een inspectie aan boord in te plannen. Als uit deze inspectie aan boord blijkt dat wordt voldaan aan alle eisen, ontvangt u een certificaat. Dit certificaat is het bewijs dat u voldoet aan de eisen van het verdrag.

Om u voor te bereiden op deze inspectie aan boord, is er een toetsingskader beschikbaar. Vissersvaartuigen die normaliter buitenlandse havens aandoen krijgen voorrang, omdat in een aantal landen het verdrag al langer van kracht is. 

Accommodatie-eisen vaartuigen
Het verdrag en de richtlijn maken wat betreft accommodatie-eisen op vissersvaartuigen onderscheid tussen nieuwe en bestaande vissersvaartuigen. Hierbij gaat het onder meer om eisen ten aanzien van slaapruimten (hutten) maar ook was- en douchegelegenheden, de kombuis en recreatieruimten. Bestaande schepen vallen onder de het Schepelingenbesluit(hoofdstuk VII) en nieuwe schepen moeten voldoen aan de accommodatie-eisen uit de Regeling Zeevarenden (paragraaf 4a).

Als nieuwe schepen worden aangemerkt vissersvaartuigen waarvan het bouwcontract of contract voor ingrijpende verbouwing op of na 15 november 2019 is gegund. Kortom, heeft u nieuwbouwplannen of verbouwplannen? Informeer hier dan specifiek naar, zodat u aan de nieuwe eisen voldoet.

Havenstaatcontrole
Voor een havenstaatcontrole moet het volgende op orde zijn:

  • Actuele bemanning lijst (IMO Crew list).
  • De samenstelling van de bemanning van een vaartuig moet voldoen aan de eisen die ‘safe manning’ hieraan stelt (Besluit Zeevarenden)
  • Bemanningsleden moeten hun paspoorten aan boord hebben.
  • Bemanning moet beschikken over geldige vaarbevoegdheid en een geldige medische keuring, certificaat reddingsmiddelen, certificaat advanced firefighting, certificaat basic safety fisheries, certificaat medical first aid en/of medical first care. 
  • Kopie van maatschapscontract van de bemanningsleden moet aan boord zijn (maatschapscontract). Er kan ter controle ook gevraagd worden naar betalingsbewijzen van het deelloon.
  • Arbeids- en rusturen registratie moet op orde en inzichtelijk zijn: 
    • Het verdrag eist dat opvarenden minimaal 10 uur rust per etmaal en 77 uur rust per week krijgen. Daarbij mag het gemiddeld aantal arbeidsuren per week niet meer dan 48 uur bedragen over de periode van een jaar.
    • Voor opvarenden die in loondienst zijn geldt dat deze 10 uur rust alleen in een aaneengesloten blok van 6 uur en een aaneengesloten blok van 4 uur rust mag worden opgedeeld. Wanneer een van de opvarenden in loondienst is (bijvoorbeeld een uitzendkracht-werknemer), geldt dit ook voor alle overige bemanningsleden aan boord op dat moment.
    • Bemanningsleden die onderdeel zijn van een maatschap moeten ook minimaal 10 uur rust per etmaal en 77 uur rust per week krijgen, maar zijn vrij deze zelf te verdelen.
  • Wanneer gebruik wordt gemaakt van opvarenden die via een crewing agent of uitzendbureau werkzaam zijn, moet kunnen worden aangetoond dat voldaan wordt aan wet- en regelgeving.
  • Kopieën van verzekeringsbewijzen, polis en/of aansprakelijkheidsverzekeringen (SFM, P&I). LET OP! De ongevallenrisicoverzekering en overlijdensrisicoverzekering kunnen niet meer via het SFM worden afgesloten. Zie hiervoor de brief van SFM.
  • Er moet een ingevulde en actuele risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) aan boord zijn. Dit kan via deze link

Mocht u vragen of opmerkingen hebben dan kunt u contact opnemen met Nathanaël Middelkoop (nmiddelkoop@visned.nl)