Een aantal weken geleden stond in Visserijnieuws een artikel over het vastlopen van de gesprekken om te komen tot één belangenorganisatie voor de kottervisserij, onder leiding van voormalig Kamerlid Dhr. Elbert Dijkgraaf (SGP). Ondanks de vele pogingen om te komen tot één organisatie, is dat tot op heden nog niet gelukt. VisNed licht in dit bericht de insteek en overwegingen van de, bij VisNed, aangesloten producenten organisaties toe.
In de structuur van de kottervisserij op de Noordzee en Waddenzee spelen producenten organisaties (PO’s) een belangrijke rol. In de PO’s wordt het contingentbeheer (quotumbeheer) vormgegeven. Nagenoeg alle platvis- en garnalenvissers (eigenaren) zijn lid van een PO. Er zijn zeven PO’s die relevant zijn in de demersale kottervisserij op garnalen, platvis en Noorse kreeft, en van deze zeven werken er vijf samen onder de overkoepelende organisatie VisNed (voorheen de Federatie van Visserijverenigingen). Ook zijn er twee PO’s die hun eigen beleid voeren, namelijk de PO Nederlandse Vissersbond en de PO Rousant. Deze twee PO’s hebben hun eigen werkapparaat opgetuigd voor belangenbehartiging en quotumbeheer voor de bij hen aangesloten leden. De PO’s die onder de koepel VisNed samenwerken treden gezamenlijk op en verdelen daarmee ook de kosten voor de belangenbehartiging.
Alle PO’s zijn ook lid van de Coöperatieve Visserij Organisatie (CVO). De CVO is daarmee bij uitstek dé ene organisatie waar de achterban om vraagt. Maar let wel: die ene organisatie bestaat dus al lang. De CVO had, na de vorige samenwerkingspoging (SALO) in 2014, opgeschaald kunnen worden tot landelijke belangenbehartigingsorganisatie. De PO’s hadden ervoor kunnen kiezen de CVO uit te bouwen tot personele unie en daar de beleidsmedewerkers onder te brengen, zodat de belangenbehartiging via de CVO kon lopen. Daarmee zou de CVO sectorbreed doen wat de VisNed PO’s als het ware in het klein doen. Vanuit VisNed is na het mislukken van SALO vanaf 2014 diverse keren voorgesteld de nationale en internationale belangenbehartiging onder de CVO in te vullen.
In de gesprekken met Dhr. Dijkgraaf zijn uiteindelijk vier opties voor het komen tot één belangenbehartigingsorganisatie besproken:
Optie 1 Het PO Nederlandse Vissersbond model
Het model wat PO Nederlandse Vissersbond hanteert, waarbij de leden hun quotum inbrengen en centraal laten beheren door de PO medewerker(s) en waarbij centraal quotumbeheer een voorwaarde is voor belangenbehartiging.
Optie 2 Het CVO model
Het model wat ook VisNed hanteert: belangenbehartiging en kennisuitwisseling in collectief verband (kan onder CVO) waarbij de PO’s zelfstandig blijven en op hun passende manier regionaal invulling geven aan het quotumbeheer.
Optie 3 Een stapsgewijs model
Een nieuwe tussenstap, waarbij de vijf samenwerkende PO’s samengevoegd worden tot één PO VisNed, waarna gekeken wordt of (en hoe) deze PO VisNed samengevoegd kan worden met de PO Nederlandse Vissersbond.
Optie 4 Landelijke PO voor belangenbehartiging met regionaal contingentbeheer
Een nieuw model waarbij de CVO wordt omgevormd tot een landelijke PO, waar verschillende regionale beheergroepen onder vallen. De huidige PO’s worden omgevormd tot beheergroep, zodat zij alsnog (als wenselijk) regionaal invulling kunnen geven aan het quotumbeheer. De belangenbehartiging wordt vormgegeven onder de PO CVO. VisNed, de aangesloten PO’s en PO Nederlandse Vissersbond kunnen zichzelf dan opheffen. Beslissingen over quotumtransacties blijven (waar gewenst) primair zaak van de ondernemer.
Insteek van de samenwerkende VisNed-PO’s
PO Delta Zuid, PO Urk, PO West, PO Wieringen en PO Texel hanteren het uitgangspunt dat ze er zijn voor de belangen van de varende vissers. Het quotumbeheer moet ten gunste komen van de ondernemer die het vangen van vis als primair verdienmodel heeft. Het in eigendom nemen en het beheren van quotum als verdienmodel heeft geen prioriteit, de vissende ondernemer heeft met het oog op de benutting baat bij acceptabele prijzen voor quotumhuur en niet bij hoge prijzen voor verhuur. Ook willen de leden van de VisNed PO’s graag regionaal of plaatselijk invulling geven aan quotumbeheer. Het is gebleken dat deze regionale invulling geen belemmering is om gezamenlijk de belangenbehartiging vorm te geven.
Met oog daarop is de eerste optie voor de bij VisNed aangesloten PO’s niet acceptabel, de leden van de VisNed PO’s willen graag zelf plaatselijk of regionaal zeggenschap over hun quotum en transacties, dat kan echter prima samengaan met effectieve belangenbehartiging.
Optie 3 gaat uit van een samenvoeging van PO’s, zonder garantie dat hierna op effectieve wijze een fusie plaats kan vinden met PO Vissersbond, want de hamvraag over de manier waarop quotumbeheer vormgegeven wordt (plaatselijk/regionaal of centraal) blijft onbeantwoord. Daarmee zou optie 3 grote veranderingen vragen van de VisNed PO’s, zonder dat de PO Vissersbond vooraf toezeggingen hoeft te doen over het aanpassen van hun standpunten ten aanzien van quotumbeheer.
Optie 2 en 4 waren voor PO Vissersbond geen optie, omdat het loskoppelen van het centraal quotumbeheer en de belangenbehartiging niet bespreekbaar was. Optie 2 en optie 4 zijn echter relatieve quick-win varianten op de bestaande situatie omdat ze uit gaan van uitbouw van de beschikbare CVO. Zoals eerder aangegeven heeft VisNed hier sinds het mislukken van SALO in 2014 al meerdere keren voor gepleit.
Teleurstelling
VisNed had graag gezien dat de geboden ruimte wel tot het zetten van stappen geleid had en streeft daar nog steeds naar. In de gesprekken met Dijkgraaf, is vanuit de VisNed-PO’s verder gegaan dan in het SALO traject, waarbij het opheffen van VisNed bespreekbaar was. Het heeft echter niet geleid tot het gewenste resultaat. Het (beheren van) quotum, wat ten grondslag ligt aan het rendement van familiebedrijven, moet echter wat VisNed betreft geen onderdeel zijn van de exploitatie van een organisatie voor nationale en internationale belangenbehartiging – daar is het quotum niet voor bedoeld.
Hoe verder
Voor VisNed staat effectieve belangenbehartiging voorop. VisNed is een slanke en platte organisatie, waarbij bestuurders en medewerkers door de korte lijntjes elkaar makkelijk weten te vinden. Door effectief en efficiënt gebruik te maken van externe krachten, flexibele werkplekken en de kennis en kunde van de regionale PO’s houden we onze organisatie flexibel en slank en houden we de kosten voor de belangenbehartiging beperkt, zonder in te leveren op resultaat.
Voor VisNed geldt dat vissers, ook wanneer ze plaatselijk invulling geven aan quotumbeheer, samen zaken kunnen oppakken. Dat doet de meerderheid van de vloot immers al tientallen jaren. De samenwerking tussen de VisNed PO’s en goede verstandhouding met externe partijen als NetVISwerk, de PFA, EMK en (buitenlandse) vissersverenigingen, alsmede de actieve participatie in EAPO, Europêche en de Europese Adviesraden zijn hier het bewijs van.
Samenwerking moet in het belang zijn van varende vissers en dus resultaat verhogend en kostenverlagend werken. Het is dan ook om die reden dat de vijf VisNed PO’s samen de schouders eronder zetten. Helaas moeten we concluderen dat de wijze waarop momenteel de belangenbehartiging is vormgegeven niet optimaal is. Kosten kunnen lager en resultaten kunnen beter. Wij blijven nadenken hoe dit in de toekomst anders kan. Beter.