In Brussel wordt al geruime tijd overlegd over een nieuwe controleverordening waarbij de teneur duidelijk is; nog meer regels en meer controle, ingegeven door wantrouwen en onvrede. VisNed blijft roepen dat deze aanpak nooit zal slagen en dat dit alleen maar zal leiden tot nog meer spanningen en verwijdering.
Het besluitvormingsproces in EU-verband doorloopt verschillende fases. De Europese Commissie (EC) komt met een voorstel, daarop komen het Europese Parlement (EP) en de Lidstaten (Raad) met wijzigingsvoorstellen/aanvullingen en vervolgens beginnen op enig moment de triloogonderhandelingen om tot één gezamenlijke beleidstekst te komen.
Het EP heeft haar positie inmiddels bepaald en op dit moment overleggen onder het Portugese voorzitterschap de lidstaten om ook tot een positie te komen. De verwachting is dat dit binnen enkele weken het geval is, dan kan in het najaar de triloog beginnen.
Als we de verschillende documenten lezen is de focus duidelijk gericht op implementatie van nog meer regels en controle en handhaving daarop. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, hebben van de EC al te horen gekregen dat ze in gebreke gesteld worden omdat de regels uit de huidige controleverordening al niet goed toegepast worden. De EC daagt met deze ingebrekestelling meerdere lidstaten voor het Europese Hof, een zgn. infractieprocedure.
Voor VisNed is het dan ook onbegrijpelijk dat de lidstaten onder druk van de EC steeds verder de fuik inzwemmen van nog meer regels en nog meer toezicht en controle. Als je als lidstaat en controledienst de huidige regels al niet voldoende kunt volgen denk je dan dat met nog meer en nog zwaarder dit wel gaat lukken?
VisNed heeft aangegeven niet te begrijpen dat lidstaten dit accepteren. Toegespitst op de Nederlandse situatie; in plaats van dat LNV en de NVWA de volgende infractieprocedures op zichzelf afroepen zou men moeten aangeven dat de Nederlandse overheid dit beleid niet kan en wil uitvoeren. Wegkijken en uitstel is geen optie want de visserman zit dan weer met het probleem terwijl beleidsmedewerkers en politici intussen andere dossiers bemannen.
In de teksten is heel veel aandacht voor toezicht en controle op de onwerkbare onuitvoerbare aanlandplicht. Opnieuw hebben we naar voren gebracht dat deze niet praktisch uitvoerbaar is en dat dat gegeven onderliggend is voor het gebrek aan draagvlak bij de visserman voor (meer) maatregelen.
Camera controle
Brussel wil nu het middel van cameratoezicht (CCTV of REM) in stelling brengen, binnen afzienbare tijd moet sowieso elk vaartuig dan uitgerust worden met camera’s. De lidstaten rond de Noordzee in de Scheveningengroep willen beginnen met kleinschalige pilots; uit elk vlootsegment 1 of 2 vaartuigen uitrusten met controlecamera’s om proef te draaien. Vanuit VisNed is duidelijk aangegeven dat we hieraan geen medewerking verlenen.
Politici besluiten wat en hebben totaal geen benul welke problematiek daarmee op tafel komt. Hét voorbeeld hiervan is de aanlandplicht en nu zou met een scala aan aanvullende regels naleving afgedwongen moeten worden. Een doodlopende weg.
Daarnaast hebben we het FDF-project al enkele jaren lopen waaraan op dit moment acht vaartuigen meewerken, we laten dit project niet in gevaar brengen door pilots rond geforceerde controle op de aanlandplicht.
Nauw contact op dit dossier
Andere zaken die aandacht krijgen in de nieuwe verordening is de aanscherping van de logboek-registratie van de vangsten, toezicht op het motorvermogen en regels voor recreatieve visserij.
Natuurlijk blijft VisNed deze discussie nauwgezet volgen en daarbij veel informatie uitwisselen met de schaduwrapporteur van het EP in dit dossier, Bert-Jan Ruissen van de SGP-fractie.