Fully Documented Fisheries en Onderzoekssamenwerking

Camera’s op de werkplek zijn in de visserij, net zoals dat voor de meeste andere werkplekken zal gelden, nu niet direct een ontwikkeling die breed wordt omarmd. Waarom nu dan toch camera’s inzetten? Dat heeft alles te maken met de Aanlandplicht.

Op 13 juli vond in IJmuiden een bijeenkomst plaats met als onderwerp Fully Documented Fisheries (FDF), een onderdeel van het scholdiscardsplan. Aansluitend was de gelegenheid te baat genomen om de aankomende Bedrijfssurvey tarbot/griet en camera-monitoring rog vanuit de onlangs opgestarte Onderzoekssamenwerkings-projecten te bespreken.

Fully Documented Fisheries als project is een onderdeel van het discardsplan voor schol. Zonder dit discardsplan zou het vanwege de Aanlandplicht verplicht zijn om vanaf 1 januari 2019 alle ondermaatse schol aan te landen. Vanuit onderzoeksprojecten in opdracht van CVO en van VisNed is bekend dat dit onwerkbaar is in de BT2 visserij.

Het discardsplan 2019 - dat nog wel officieel geaccepteerd moet worden - voorziet in een tijdelijke uitzondering van drie jaar waarbinnen een aantal maatregelen moet worden getroffen. Waaronder dus de ontwikkeling van Fully Documented Fisheries, en daarmee het inzetten van camera's aan boord.

Camera's op de leesband
In 2019 wordt begonnen om 10 schepen uit te rusten met camera’s op de leesband, in combinatie met weegapparatuur voor de kuil (giekunster) en/of de discards (discardklep in de stortkoker). Van de beelden wordt een kleine steekproef door mensen bekeken waarbij de hoeveelheden discards handmatig worden geturfd.

Als de pilot met tien schepen goed is verlopen is het de bedoeling dat het programma breder wordt uitgerold in de vloot. Het moge duidelijk zijn dat het handmatige turven al snel een onwerkbare en kostbare aangelegenheid wordt en daarom wordt ook een deelproject uitgevoerd dat zich richt op automatische beeldherkenning ('computer vision'). Software die apart liggende vis kan herkennen onder goede omstandigheden is al lang geen science fiction meer, maar om dit in de visserijpraktijk te laten functioneren zal nog geen eenvoudige opgave worden.

Van Aanlandplicht naar registratieplicht

Op de bijeenkomst in IJmuiden waren er natuurlijk de nodige kritische geluiden toen LNV uitlegde dat er met camera’s gewerkt zal gaan worden. Ook is niet iedereen ervan overtuigd dat dit überhaupt kan gaan werken. Dat is een terechte vraag, en de praktijk zal uitwijzen waar de grens van het mogelijke precies ligt. Toch is in IJmuiden uiteindelijk wel weer duidelijk geworden dat niets doen, en vanaf 1 januari alle ondermaatse schol moeten meenemen, geen uitvoerbare optie is. De door middel van dit discardsplan gevoerde lijn van Aanlandplicht naar registratieplicht biedt hiervoor nu een praktisch alternatief.

Om de overigens zeer goede opkomst van schippers zo goed mogelijk te gebruiken werd aansluitend over twee onderdelen van de onlangs opgestarte onderzoekssamenwerkingsprojecten gesproken.

Ten eerste de Bedrijfssurvey tarbot/griet. Deze wordt opgezet omdat de gebruikelijke surveys zoals de BTS, die zijn ontworpen voor soorten als schol, niet goed in staat zijn gebleken om veranderingen in de bestanden van tarbot en griet op te pikken. Dit komt onder meer door de kleine tuigen en de lage vissnelheid. Door nu een survey met bedrijfsschepen die beter in staat zijn tarbot en griet te vangen op te zetten wordt dit gat gedicht.

In het najaar van 2018 gaat de eerste survey plaatsvinden, waarvoor drie schepen elk een week worden ingezet. Deze survey zal binnen het project nog tweemaal worden herhaald, in 2019 en 2020. De bedoeling is om de survey ook daarna voort te zetten, zodat een tijdserie wordt verkregen die kan worden opgenomen in de jaarlijkse bestandsschattingen en vangstadviezen door ICES. Wouter van Broekhoven neemt inmiddels al deel aan ICES-bijeenkomsten om deze koppeling te kunnen maken.

Waar zit veel Tarbot en Griet?
Zoals gezegd vindt in najaar 2018 de eerste survey plaats. Dit eerste jaar worden alle treklocaties gekozen; in alle volgende jaren worden exact dezelfde locaties bezocht. Daarbij is het van belang om nu bij het kiezen van de locaties te weten waar tarbot en griet goed vangbaar zijn. Dit is gedeeltelijk bekend vanuit bestaande surveys, uit de logboeken, en uit bijvoorbeeld de dataverzameling op de pulsvloot.

Toch is het van grote waarde om ook van de veel gedetailleerdere kennis die er op de vloot aanwezig is gebruik te maken. VisNed roept de leden daarom op om hieraan bij te dragen. Dat kan door deze kaart met bijbehorende instructies te raadplegen. Deze kunt u uitprinten, intekenen, en als foto of op papier aan VisNed of via de PO te retourneren.

Rog
Het tweede onderdeel van de onderzoekssamenwerkingsprojecten was de cameramonitoring van rogvangsten. Net als tarbot en griet zijn ook de rogquota knellend, terwijl de vangsten de verwachting wekken dat de bestanden groter zijn geworden. Ook voor rog geldt dat de bestandsschattingen en vangstadviezen van ICES op “data limited” basis tot stand komen; dat wil zeggen dat er onvoldoende informatie beschikbaar is voor een volledig model.

Om dat gat te dichten wordt nu een cameramonitoring voor de rogvangsten opgezet. De aanlandingen zijn goed gedocumenteerd maar worden beperkt door de wekelijkse limiet. Bovendien is de hoeveelheid discards niet nauwkeurig te schatten zonder meer nauwkeurige studie. De cameramonitoring heeft overeenkomsten met het Fully Documented Fisheries project in de zin dat de opgenomen beelden handmatig worden bekeken en geturfd, maar in dit geval wordt er dus specifiek naar roggen gekeken.

Daarnaast wordt deze monitoring al sneller in gang gezet: dit najaar zullen camerasystemen op vier schepen worden geïnstalleerd en getest, zodat in 2019 direct kan worden begonnen met de monitoring. Net als de bedrijfssurvey tarbot/griet is ook hier de bedoeling om een tijdserie op te bouwen van een voldoende aantal jaren zodat de uitkomsten kunnen worden opgenomen in de jaarlijkse bestandsschattingen en vangstadviezen door ICES. Ook in dit project wordt dus van camera’s gebruik gemaakt, maar ook hier met een heel concreet doel: realistischere bestandsschattingen en vangstadviezen.

Help ons en doe mee!
Inmiddels heeft een aantal deelnemers al aangegeven bereid te zijn zich op een of meerdere van deze drie initiatieven in te zetten. We zijn hiermee goed op koers! De komende tijd zullen ook de overige nog benodigde deelnemers worden ingevuld. VisNed roept haar leden dan ook op wanneer zij benaderd worden voor deelname, hiervoor open te staan. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het VisNed-secretariaat.

projecten logo efmzv