Sinds de aanlandplicht opgenomen is in het Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB) van de Europese Unie en vanaf 2015 gefaseerd is ingevoerd, heeft dat voor grote problemen gezorgd. In de gemengde bodemvisserijen is de aanlandplicht nog steeds niet uitvoerbaar, naleefbaar en handhaafbaar. Omdat alle uitzonderingen eind dit jaar aflopen is er veel werk aan de winkel om vastlopers te voorkomen. België en Nederland trekken hierin gezamenlijk op.
Dankzij het grote aantal uitzonderingen is de aanlandplicht nog een klein beetje werkbaar maar elk jaar vergt het veel inzet om deze in stand te houden.
Omdat de Belgische en Nederlandse kottersector veel overeenkomsten hebben is er vorige week een overleg georganiseerd om te kijken hoe we intensiever kunnen samenwerken. De Rederscentrale in Oostende trad op als gastheer.
Vanuit beide landen namen vertegenwoordigers van de ministeries, onderzoeksinstituten en aanvoersectoren (NLD: NVB en VisNed) deel aan het overleg.
Naast het definiëren van de probleemstelling gaven de onderzoekers van Wageningen Marine Research (WMR) en het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO-Vlaanderen) meerdere presentaties over lopende onderzoeken die samen met sectoren worden uitgevoerd om uitzonderingen in stand te houden.
Richting de nieuwe tienjaarlijkse evaluatie van het GVB, die dit jaar plaats vindt, merken we dat de Europese Commissie (EC) geen herziening van het beleid wil, integendeel; je merkt dat Brussel hardere maatregelen wil van de lidstaten om de naleving van de aanlandplicht af te dwingen. Cameratoezicht lijkt daarbij het toverwoord.
Verder wordt de druk rond het toekennen van uitzonderingen opgevoerd, daardoor is het steeds moelijker deze in stand te houden, ondanks de vele onderzoeksprojecten. Voor de 80 mm visserij zijn uitzonderingen voor schol, wijting en roggen van groot belang.
Daarnaast speelt de Brexit waardoor er rond de Aanlandplicht op de Noordzee geen eenduidige regels meer gelden. Het VK accepteert de uitzondering voor ondermaatse schol in de boomkorvisserij alleen nog indien gebruik gemaakt wordt van het Vlaamse paneel.
Elk jaar moeten lidstaten en EC voor de verschillende wateren (o.a. Noordzee-Skagerrak, Noordwestelijke en Zuidwestelijke wateren) en typen visserijen zogenaamde Discardsplannen schrijven met daarin voortschrijdende informatie over de onderzoeken om uitzonderingen te behouden.
Dergelijke plannen moeten voor 1 mei bij de EC worden ingediend die vervolgens beoordeeld worden door het wetenschappelijk adviescomité van de EU, STECF. Uit het overleg van vorige week bleek dat er nogal wat huiswerk gedaan moet worden, in februari vindt daarom een vervolg overleg plaats.
Beide landen maken per vlootsegment BT en TR een overzicht welke uitzonderingen behouden moeten blijven en welke werkzaamheden daarvoor geleverd moeten worden.
Aanlandplicht verdwijnt niet
We werken nu ruim 7 jaar met de gefaseerd ingevoerde Aanlandplicht en iedereen in de visserijsector maar ook vanuit wetenschappelijke hoek zijn er van overtuigd dat dit nooit gaat werken. Deze geluiden zijn vorige week opnieuw vanuit meerdere hoeken naar voren gebracht.
Er is geen enkel draagvlak en we hebben het nogmaals herhaald dat deze maatregel/plicht niet gaat werken, niet voor managers, niet voor de visserman en niet voor de handhavers.
Het is niet voor niets dat meerdere landen inmiddels door de Europese Commissie voor het Europese Hof worden gedaagd omdat zij toezicht en handhaving niet op orde krijgen.
Desondanks gaat het niet lukken om artikel 15 van het GVB-akkoord, dat gaat over de Aanlandplicht, ter discussie te stellen. De Commissie wil dat niet en het Europees Parlement en de lidstaten durven het kennelijk niet.
Nu lijkt het erop dat de lidstaten, ongetwijfeld schoorvoetend, akkoord gaan met de eis van de Commissie om Cameratoezicht te introduceren. Hierbij wordt de term “high-risk-fleets” geïntroduceerd als eerste vlootsegmenten waarop dit verplicht moet worden. We kunnen erop natuurlijk op wachten dat daarbij als eerste gekeken wordt naar de 80-mm visserijen.
Vanuit VisNed hebben we aangegeven dat lidstaten deze fuik niet verder in moeten zwemmen. Ook Cameratoezicht zal het kunnen voldoen aan de Aanlandplicht geen stap dichterbij brengen. Wij hebben ervoor gewaarschuwd dat dit over een aantal jaren nieuwe infractieprocedures zal opleveren.
Dat wil toch niemand maar kennelijk heerst bij beleidsbepalers nog steeds het adagium; wie dan leeft, wie dan zorgt. Wij blijven in ieder geval gemotiveerd om de onmogelijkheid van de Aanlandplicht steeds naar voren te brengen.