Aanlandplicht blijft aandacht vragen

Voor de Nederlandse overheid en de kottersector is het doel met betrekking tot de aanlandplicht dat de vloot ermee uit de voeten kan. Voortdurend overleg is nodig, zodat het grote aantal uitzonderingen in stand blijft. Eigenlijk zou er bij de herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid in 2023 een streep door deze onwerkbare beleidsregel moeten, maar de politieke en beleidsmatige moed ontbreekt daarvoor.

Nederland is dit jaar voorzitter van de Scheveningengroep, het overleg van EU-lidstaten met vangstrechten op de Noordzee. Voor deze groep breekt een drukke tijd aan want uiterlijk 1 mei 2021 moet voor de uitvoering van de aanlandplicht de zgn. Joint Recommendation (JR - gezamenlijke aanbeveling) ingediend worden bij de Europese Commissie (EC).

Diverse uitzonderingen vereisen voor de onderbouwing ervan een update van de beschikbare informatie, waaronder de uitzondering voor schol en roggen, die verleend wordt in het kader van hoge overleving. De nieuwste kennis moet opgenomen worden in de JR.

Voor de vissoort wijting wordt opnieuw geprobeerd een uitzondering voor de boomkor te realiseren, op basis van de disproportionele kosten. Hierbij zal gebruikt gemaakt worden van informatie die verkregen wordt via het FDF-project.

Ook zal voor de zomer het project starten om de impact van de aanlandplicht in de garnalenvisserij in kaart te brengen. Voor de tarbot-uitzondering zal Belgiƫ aanvullende informatie aanleveren, dit geldt ook voor Frankrijk met betrekking tot wijting in de Flyshootvisserij.

Overigens is nog onduidelijk hoe het besluitvormingsproces gaat lopen nu het Verenigd Koninkrijk (VK) niet meer aan de overleggen deelneemt. Iedereen is zoekende waarbij o.a. gekeken wordt naar de nog te vormen Fisheries-Committee waarover in het Brexitakkoord gesproken wordt. Inzet moet natuurlijk zijn dat zoveel mogelijk gelijke regels gelden in EU- en VK-wateren.

Ongequoteerde soorten

In het overleg tussen de EU en het VK wordt ook van gedachten gewisseld over een bepaling in het Brexitakkoord over de ongequoteerde soorten. Het VK (met name) dringt aan op het instellen van limieten, waarbij de periode 2012-2016 als referentiekader moet gelden.

De EU vindt dat er niet overhaast gehandeld moet worden en dat er eerst informatie verzameld moet worden ten aanzien van waar we het in dit verband over hebben en welke impact bepaalde maatregelen zullen hebben. Momenteel geldt de aanlandplicht niet voor ongequoteerde soorten, maar als hier wel vangstlimieten voor ingesteld worden, dan komt de aanlandplicht ook in beeld.

In diverse landen, zeker ook in Nederland, is sinds 2016 sprake van een toename van visserijactiviteiten op ongequoteerde soorten, kortom; zorgvuldigheid is van groot belang.

Tonggrens

Vorig jaar is een, op verzoek van VisNed opgesteld, rapport van WMR ingediend bij LNV, waarin een analyse is gedaan van de veranderingen in de verspreiding van tong: meer noordelijk tot in het Skagerrak aan toe.

De visserijorganisaties zouden graag met dit rapport in de hand het gesprek over aanpassing van de tonggrens willen aangaan. Vanuit VisNed is aangedrongen het gesprek hierover op korte termijn op te starten. Dit verzoek is ook gedaan in de internationale consultatie over de Technische Maatregelen, waar we in de vorige nieuwsbrief over berichtten.

Boomkorlengte

Inmiddels is gebleken dat  de bepalingen over de maximale boomkorlengte van 24 meter (2 x 12 meter) niet vanuit de oude EU-Vo. Technische Maatregelen overgezet is in de nieuwe verordening die sinds augustus 2019 van kracht is. In Nederland is deze bepaling ook in nationale regelgeving vastgelegd maar dat geldt niet voor andere landen.

Daarom loopt nu een discussie; is hier sprake van een fout van de Europese Commissie bij het omzetten van artikelen naar de nieuwe verordening of wil Europa deze bepaling schrappen? VisNed heeft het ministerie van LNV gevraagd om hierover door Brussel zo snel mogelijk duidelijkheid te geven.