De Scheveningengroep (het overleg van lidstaten rond de Noordzee) heeft vorige week woensdag tijdens de vergadering in Bonn belangrijke besluiten genomen over de implementatie van de aanlandplicht. Hierdoor zijn er voor de Nederlandse vloot een aantal belangrijke uitzonderingen gerealiseerd.
Het bereikte akkoord betekent concreet dat er voor de komende drie jaar zodanige uitzonderen gerealiseerd gaan worden dat er bijna geen ondermaatse vis aangeland hoeft te worden. Er is derhalve sprake van een werkbare situatie. Het gaat hierbij om tijdelijke uitzonderingen, met een nadrukkelijke opdracht tot verder onderzoek.
In het voortraject, wat leidde tot dit pakket aan uitzonderingen en onderzoeks-maatregelen, is intensief overleg geweest tussen LNV, NGO’s, aanvoersector en wetenschap. Vanuit de Noordzee Adviesraad van internationale aanvoersector en internationale NGO’s (met veel inbreng vanuit VisNed) ligt een advies wat dit plan ondersteunt.
Het onderzoek moet zicht gaan bieden op een definitieve oplossing. De stap naar Fully Documented Fishery inclusief een pilot met camera toezicht, is onderdeel van dit plan. Dat roept veel weerstand in de sector op, maar die stap is in de huidige (internationale) omstandigheden in onze ogen onvermijdelijk.
In onze vorige nieuwsbrief hebben we een opsomming gegeven van de uitzonderingen die in de Scheveningengroep besproken zijn. Deze zijn grotendeels overgenomen wat het volgende betekent:
- Er komt een hoge overlevingsuitzondering voor ondermaatse schol in de BT2 (80-119mm). Deze gaat gelden voor een periode van 3 jaar. Gedurende deze periode dient een pilot met Fully Documented Fisheries opgestart te worden alsmede verbeteringen op het gebied van selectiviteit. Hiervoor moet uiterlijk oktober een plan worden gepresenteerd aan de Scheveningengroep.
- Er komt een hoge overlevingsuitzondering voor tarbot in BT2 en TR2 (80-119mm), eveneens voor een periode van 3 jaar met een onderzoeksverplichting voor TR2.
- Eer komt een hoge overlevingsuitzondering voor roggen met een onderzoeksverplichting en inzet op overleving, selectiviteit en vermijding.
- Er komt een hoge overlevingsuitzondering voor Noorse kreeft in TR2.
- Er komt in de vorm van een de minimis-regeling een uitzondering aanlandplicht voor de ondermaatse schol in de visserij op Noorse kreeft met TR2.
- Er komt in de vorm van een de minimis-regeling een uitzondering aanlandplicht voor alle ondermaatse vis in de garnalenvisserij
Goed werk van het Ministerie!
Wij zijn Minister Schouten en haar ambtenaren heel erkentelijk voor hun inzet. Er is daadwerkelijk gezocht naar en inzet gepleegd op ‘rek en ruimte’ en een goed resultaat gerealiseerd. Tegelijkertijd hebben wij de verplichting op ons genomen om veel inzet te plegen op projecten die leiden tot verhoging van selectiviteit, verminderen van discards en het verbeteren van overleving. Nederland (LNV, NGO’s, sector en wetenschap) neemt hiermee in Europa het voortouw om daadwerkelijke stappen zetten in verdere verduurzaming van de visserij. Daardoor moet deze onwerkbare aanlandplicht uiteindelijk plaats maken voor een werkbare discardsban. Het enige dat vorige week in Bonn niet gelukt is, is de uitzondering in de vorm van een de minimis-regeling voor wijting in BT2. Hier wordt nog nader gekeken naar een alternatief voorstel.
Het document waarin de uitzonderingen worden voorgesteld, de zgn. Joint Recommendation, gaat nu naar de Europese Commissie die de voorstellen ook wetenschappelijk laat toetsen. De verwachting is dat de voorstellen integraal overgenomen worden.