Demersale werkgroep NSAC: complex advies over Technische Maatregelen

Afgelopen woensdag tijdens de vergadering van de Demersale werkgroep van de Noordzeeadviesraad in Edinburgh bleek in diverse dossiers nog geen besluit genomen kon worden. Dat gold voor zaken die al geruime tijd lopen zoals de aanlandplicht maar ook voor het recente verzoek van het Europees Parlement om advies over de Technische Maatregelen. Nieuwe werkafspraken werden gemaakt waarbij over Zeebaars en Technische Maatregelen samen opgetrokken wordt met de Adviesraad voor de Noordwestelijke wateren.

ICES-adviezen
Ook deze bijeenkomst begon met een uitgebreide presentatie van de ICES-adviezen. Omdat er verwarring bestaat over de getallen die in de tabellen opgenomen zijn (totale vangst of alleen aanvoer of advies totaal of landings) bleek niet in alle landen gesproken te worden over dezelfde aanpassingen in de vangstadviezen.

Zo werd in Edinburgh gecommuniceerd dat de TAC voor schol met 8% verhoogd zal worden terwijl WMR tijdens de presentatie in Nederland gewag maakte van een verlaging van 18%. Het verschil bleek uit de berekende discards van wel of niet onder de aanlandplicht. Verhogingen.

Bij kabeljauw was er geen verwarring; de vangstmogelijkheden moeten volgend jaar met 47% verlaagd worden. ICES geeft aan vorig jaar een te optimistisch beeld van de stock is gegeven Het gaat niet slecht met Kabeljauw maar de omvang van het bestand en een bestelling in negatieve zin van de jonge aanwas maken deze drastische aanpassing noodzakelijk.

Technische Maatregelen
Het overleg hierover in Brussel zit in een impasse (zie ook het verslag van de vergadering van de NWWAC). Er spelen 4 zaken; maaswijdtes, doelsoorten, bijvangst dolfijnen etc en puls. De Commissie heeft een nieuw idee gelanceerd om in het kader van selectiviteit in relatie tot maaswijdtes te gaan werken met Selectivity Performances Indicators. Wat is de optimale selectiviteit per stock?

Door VisNed werd naar voren gebracht dat we heel voorzichtig moeten zijn met nieuwe parameters waarvan we niet weten welke kant zoiets opgaat omdat er geen ervaring mee is opgedaan. En kun je zoiets dan inbrengen in een Verordening waarmee we een reeks van jaren vooruit moeten? Want dat de huidige Technische Maatregelen dateren uit 1998.

Uiteindelijk is besloten om samen met de Adviesraad Noordwestelijke wateren te werken aan een advies richting Europees Parlement en Europese Commissie. Nog voor de zomervakantie aanbreekt, wordt een bijeenkomst belegd om meer informatie te verzamelen en uit te zoeken wat de consequenties kunnen zijn van een dergelijke aanpak. Voorzichtigheid is zeker geboden zodat we als aanvoersector niet ergens ingerommeld worden waarvan later blijkt dat het onwerkbaar is. Met een onwerkbare aanlandplicht hebben we al problemen genoeg.

Advies over de aanlandplicht
Het proces om te komen tot een advies over het vervolgtraject van de aanlandplicht loopt al enige tijd. Tijdens deze vergadering is gesproken over een brief aan de Europese Commissie om aandacht te vragen voor een aantal zaken die voor 1 januari 2019, dus uiterlijk in de Decemberraad opgelost moet zijn. In deze brief heeft VisNed aandacht gevraagd voor de nalevingsgezindheid door de visserman.

Dit kan alleen als we kunnen spreken over voldoende draagvlak bij de visserman en dat hij nut en noodzaak van maatregelen inziet. En verder dat er regels bedacht worden die uitvoerbaar zijn. Dat laatste is bij de aanlandplicht misschien voor de komende 3 jaar geregeld maar nog lang niet definitief. VisNed zal hier op blijven hameren.

Ook over het maar liefst 24 pagina’s tellende advies over de aanlandplicht op de langere termijn kon geen besluit genomen worden. Er bleken nog een groot aantal schriftelijke opmerkingen gemaakt te zijn. Ook voor dit document heeft VisNed teksten aangeleverd om er voor te zorgen dat de aanlandplicht werkbaar wordt en vooral ook blijft.

VisNed doet alles wat in haar vermogen ligt om in dit dossier met de andere Europese stakeholders tot overeenstemming te komen in het belang van de vloot. Omdat er nog veel verschil van inzicht in de teksten stonden, met name tussen aanvoersector en NGO’s Vandaar moest besloten worden het document terug te verwijzen naar de schrijfgroep die hiervoor 22 augustus in Kopenhagen bij elkaar zal komen.

Zeebaars
Het ICES-advies voor zeebaars is duidelijk positiever dan vorig jaar. Vorig jaar nog een nul-advies voor 2018 terwijl voor 2019 zelfs een vangst wordt voorgesteld van bijna 1.800 ton. Met het oog op de aanlandplicht waarbij het huidige beheersysteem van catch-limits per reis en per maand niet zal functioneren wordt van de Adviesraden een advies gevraagd.

Aangezien de Noordzee maar verantwoordelijk is voor 9 % van de vangsten van zeebaars, de rest gebeurt in westelijke wateren, werd besloten om ook in deze zaak de samenwerking met de Noordwestelijke adviesraad te zoeken.

PANDORA-project
Aan het eind van de vergadering is een presentatie gegeven van het PANDORA-project, een samenwerking tussen een aantal Europese instituten, wetenschappelijke organisaties en een aantal visserijorganisaties. VisNed is de enige partner uit de Europese demersale visserij die deelneemt in dit project.

PANDORA beoogt om toestandsbeoordelingen en voorspellingen van visbestanden te verbeteren, door kennis van de biologie in te zetten die niet eerder voor dit doel is gebruikt (ruimtelijke patronen, omgevingsfactoren, voedselwebinteracties en dichtheidsafhankelijkheid). Ook is een doelstelling om de lange-termijn duurzaamheid van visbestanden in de EU te onderzoeken met meer oog voor sociale en economische gevolgen. Daarbij wordt gekeken naar stabiliteit, winstgevendheid, en werkgelegenheid.

Voorbeeld: kabeljauw in de Noordzee neemt toe, echter niet in de Zuidelijke Noordzee waar deze soort haast volledig verdwenen is. In dit project wordt onderzocht wat hier de oorzaken zijn en wordt ook de vraag behandeld of terugkeer in de Zuidelijke Noordzee sowieso mogelijk is.

Het project zal een openbaar toegankelijke internetgereedschapskit produceren, met tools voor toestandsbeoordeling van visbestanden en beslissingsondersteuning voor het visserijbeleid. Tot slot wordt binnen het project specifiek gericht op het vergroten van de rol van de visserijsector bij de totstandkoming van toestandsbeoordelingen. Om dat te realiseren worden mogelijkheden geschapen om kennis en eigen gegevens in te brengen in het beoordelingsproces.

Een ander doel is de duurzaamheid van de EU-visbestanden op lange termijn te onderzoeken op een manier die meer rekening houdt met de sociale en economische resultaten, de winstgevendheid en de werkgelegenheid van de visserijvloten. Ten slotte wordt er specifiek aandacht besteed aan het vergroten van het “eigendom” voor de visserijsector door het ontwikkelen van mogelijkheden voor deelname van de vloot aan toestandsbeoordelingen.

Aan de leden van de Noordzee-adviesraad wordt een vragenlijst voorgelegd waarin deze aan kunnen geven welke zaken zij onder de aandacht willen brengen van de deelnemers in het Pandoraproject.