Hoorzitting Europees Parlement over Aanlandplicht

Afgelopen dinsdag organiseerde het Visserijcomité van het Europees Parlement (opnieuw) een hoorzitting over de aanlandplicht. De aanleiding was het feit dat de aanlandplicht vanaf 1 januari 2019 volledig geïmplementeerd is. Wederom werd overduidelijk dat deze aanlandplicht een veelkoppig monster is. De problemen worden in hoofdzaak veroorzaakt door enerzijds vangsten boven quotum, anderzijds vangsten van ondermaatse vis. De proactieve aanpak in Nederland werd door VisNed toegelicht alsmede de, met onderzoek gestaafde, mogelijke oplossingen.

Het Visserijcomité had vijf sprekers uitgenodigd: Professor Clara Ullrich uit Denemarken die leiding gaf aan het Discardless project waarover we in onze vorige nieuwsbrief schreven. Vanuit de Deense, Spaanse en Ierse visserij legden sprekers de nadruk op de problemen die veroorzaakt worden door te lage beschikbaarheid van quota.

Voor de Nederlandse gemengde visserij is dat niet het grote probleem. Hier gaat het om het zgn. ”Tong/Schol dilemma”, wat er op neerkomt dat als je tong vangt er onvermijdelijk kleine scholletjes in het net zitten en als je geen kleine scholletjes meer vangt je ook geen tong meer vangt.

Projecten

De afgelopen jaren hebben we in Nederland als sector en wetenschap veel kennis opgebouwd over ongewenste vangst. Dankzij de enorme inzet van schippers en bemanningen van de schepen die de discardreizen uitvoerden, kunnen we nu onze beweringen over werkbaarheid en onwerkbaarheid met feiten onderbouwen.

VisNed heeft een presentatie gegeven aan de Europarlementariërs, waarin zij onderbouwd kregen dat deze aanlandplicht niet uitvoerbaar, niet naleefbaar en niet handhaafbaar is.

Zo moeten er per schip 3 a 4 bemanningsleden bij. De netto kosten voor verwerking aan de wal lopen op tot € 1600 per ton, wat leidt tot economische onhaalbaarheid.

Tegelijkertijd zijn er natuurlijk ook projecten voor selectiviteitsverbetering en projecten voor verbetering van overleving en de vaststelling van overleving. Heel belangrijk was ook de test met de vergroting van de maaswijdte van 80 naar 90 mm.

De onderzoeken hebben uitgewezen dat een verlaging van de minimum maat van schol naar 25 cm ervoor kan zorgen dat er jaarlijks 6.500 ton vis niet meer onnodig terug gegooid hoeft te worden, maar aangevoerd kan worden voor menselijke consumptie. Stuk voor stuk wetenschappelijk gevalideerde projecten, met uitkomsten waar geen speld tussen te krijgen is.

Hoe nu verder

Deze verordening is wet en gaat niet weg. Dat betekent dat we de komende jaren dus met deze aanlandplicht moeten leren leven. Dat betekent ook dat we optimaal gebruik moeten maken van de mogelijkheden die de regeling biedt. Omdat de ongewenste bijvangst van ondermaatse schol voor de grootste hoeveelheden zorgt ligt daar onze focus op.

Daarom zetten we voluit in op het project “Fully Documented Fisheries". Het gaat daarbij om ”goed registreren en niet onnodig aanlanden“. Onze inzet is er op gericht om bij de eerstvolgende herziening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid in 2022 afscheid te kunnen nemen van deze onwerkbare aanlandplicht en om die te kunnen vervangen door een wel goed werkbare regeling. Het overleg over deze herziening start trouwens eind dit jaar.

Motto

Om richting te geven aan de discussie over de toekomst, luidde de afsluitende dia van de presentatie over al het werk wat in Nederland gebeurt: “discard this landing obligation, full force on selectivity”