Franse N2000 proces boekt nauwelijks vooruitgang

Ook in Frankrijk is de overheid drukdoende met het aanwijzen van natuurgebieden op zee. VisNed volgt dit proces nu al geruime tijd en we stellen vast dat er in cirkels gesproken wordt. Naar verwachting zullen aangewezen gebieden weinig tot geen invloed hebben op de activiteiten van onze vloot in het Kanaal.

Op 24 oktober namen Eric van Linden (NVB) en Jurgen Batsleer (VisNed) te Boulogne-sur-Mer deel aan een overleg waarin de voortgang van het aanwijzingsproces binnen N2000 gebieden Ridens en Cap’s (Cap blanc-nez, Cap gris-nez) besproken werd.

Allereerst zijn we bijgepraat over de belangrijkste natuurwaarden in beide gebieden. In het gebied van de Cap ’s is het habitattype 1170 aanwezig (riffen en grind), wat wordt gekenmerkt door een hoge biodiversiteit en wordt beschouwd als belangrijk habitat voor vele vis en schelpdieren. Voornamelijk de ondiepe riffen zijn uitvoerig besproken omdat deze in slechte staat zouden zijn. Echter, deze gebieden liggen dermate dicht onder de kust dat het voor onze visserij niet van belang is.

Binnen het Natura2000 gebied Ridens, is een specifiek gebied (Les Ridens) aangewezen wat gekenmerkt wordt door een mozaïek aan habitattypes. Les Ridens wordt beschouwd als een uniek habitattype en een hotspot voor biodiversiteit en vormt een belangrijke natuurwaarde in het Kanaal.

Onderzoek laat zien dat er veel verzanding in het gebied plaats vindt met het gevolg dat het gebied bestempeld wordt met een slechte conditie. De Franse visserij wijst erop dat niet visserij maar zand- en schelpenwinning hiervan de oorzaak zijn. De overheid stelt voorop dat zij verantwoordelijk zijn voor het herstel en bescherming van gebieden, waarbij ze kunnen besluiten geen visserij meer toe te staan ondanks dat visserij niet van invloed is geweest op de huidige conditie.

Aan de hand van bepaalde kenmerken is voor elk habitattype de gevoeligheid voor verstoring door visserij bepaald. Deze gevoeligheid is gecombineerd met de informatie van de visserij-inspanning om tot een risicoanalyse te komen. Deze analyse moet de mogelijke invloed van de verschillende visserijen op de habitattypes in de N2000 gebieden inzichtelijk maken.

De Franse visserij was erg kritisch op de toegepaste analyse waarbij verschillen tussen de impact van de tuigen niet geheel duidelijk waren, maar waarbij ook vraag was naar een gedegen sociaaleconomische analyse. Ook gegevens van de Nederlandse fly shooters werden meegenomen in de analyse.

Er is door de Fransen opnieuw gewezen op mogelijke activiteiten van de Nederlandse vloot binnen de 6 mijl. We hebben nogmaals aangegeven dat onze vloot niet binnen de 6 mijl actief is en dat de geleverde kaarten vanuit WMR een vertekend beeld kunnen geven. De vissnelheid voor fly shoot wordt in de analyse ingesteld op 0 tot 6 knopen wat volgens ons niet in lijn is met de gerealiseerde maximale vissnelheid (2 knopen). Is er sprake van stomen dat als vissen wordt aangemerkt?

Door het inbrengen van een eigen analyse met correcte parameters en meer recentere gegevens van de vloot konden we de Franse argumenten weerleggen. We verwachten dat hiermee deze discussie dan ook definitief afgesloten kan worden.

De risicoanalyse is een opmaat naar het vaststellen van maatregelen in de gebieden. Naar verwachting zal er in januari 2018 een vervolg gegeven worden aan de risicoanalyse waarna in maart 2018 de maatregelen geformuleerd zullen worden. Vervolgens zal er tot eind 2018 de gelegenheid zijn inspraak te leveren. Kortom, we verwachten nog een lang traject dat we op de voet moeten blijven volgen, waarbij de sector waar nodig inbreng moet leveren.